Effecten PSOT, Systematisch literatuuronderzoek
- 6 juli 2017
Effecten PSOT. Systematisch literatuuronderzoek, © NPi, mei 2010
Samenvatting van een literatuuronderzoek en best evidence synthese naar de effecten van psychosomatische oefentherapie
voor vijf verschillende aandoeningen
1 Doel
Het doel van het literatuuronderzoek is het vaststellen van de mate van evidentie van de
psychosomatische oefentherapie bij patiënten met stressgerelateerde en somatisch onverklaarde
(lichamelijke) klachten. Van de stressgerelateerde klachten is ‘spanningshoofdpijn/migraine’
onderzocht. Daarnaast zijn de SOLK-syndromen ‘fibromyalgie’ en ‘chronische vermoeidheid’
geïncludeerd, alsmede ‘overspanning/surmenage en burn-out’ en ‘angst- en paniekstoornissen
incl. hyperventilatie’ op basis daarvan.
2 Methoden
Het onderzoek is uitgevoerd in de periode november 2009 – mei 2010 volgens de evidence based
medicine-methode. Een systematisch (literatuur)onderzoek is uitgevoerd naar richtlijnen,
systematische reviews en klinische trials in binnen- en buitenlandse richtlijndatabanken en
literatuurdatabanken. De zoekstrategieën zijn opgebouwd volgens de PICO-methode. De
methodologische kwaliteit van de gevonden informatie is beoordeeld; de data-extractie is aan de
hand van een vast format gedaan. Vervolgens zijn niveaus van bewijskracht toegekend en is een
best evidence synthese geformuleerd.
3 Resultaten
Fibromyalgiesyndroom
Het is aangetoond dat cognitieve gedragstherapie als onderdeel van een meervoudige
behandeling effectief is bij patiënten met het fibromyalgiesyndroom.
Het is aangetoond dat gesuperviseerde aërobe training positieve effecten heeft op de lichamelijke
conditie en fibromyalgiesymptomen.
Het is aannemelijk dat spierversterkende oefeningen/krachttraining positieve effecten hebben/
heeft op fibromyalgiesymptomen.
Het is aangetoond dat een meervoudige behandeling, dat wil zeggen een op elkaar afgestemde
vorm van oefentherapie/fysieke training in combinatie met een vorm van psychologische
behandeling (educatie of cognitieve gedragstherapie), effectief is bij patiënten met fibromyalgie of
met chronische gegeneraliseerde pijn.
Het is aannemelijk dat Mindfulness Based Stress Reducatie depressieve symptomen kan
verlichten bij patiënten met fibromyalgie.
Effecten PSOT. Systematisch literatuuronderzoek, © NPi, mei 2010
Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS)
Het is aangetoond dat cognitief gedragsmatige behandeling bij volwassenen en kinderen/
adolescenten met het chronisch vermoeidheidssyndroom na de behandeling effectief is wat
betreft slaapproblemen, vermoeidheid, lichamelijk functioneren en kwaliteit van leven. Bij
kinderen/adolescenten is het aannemelijk dat de effecten ook op lange termijn behouden blijven.
Het is aangetoond dat oefentherapie met graded exercise en aërobe training effectief is bij
volwassenen met niet-ernstige klachten van het chronisch vermoeidheidssyndroom.
Er zijn aanwijzingen dat een meervoudige behandeling effectief is bij volwassenen met het
chronisch vermoeidheidssyndroom.
Stressgerelateerde spanningshoofdpijn en migraine
Het is aangetoond dat Cognitieve Gedragstherapie (CGT) als enige vorm van interventie of in
combinatie met antidepressiva, vermindering geeft van hoofdpijn en migraine en daarmee
samenhangend gedrag, en dat effecten langere tijd aanhouden.
Het is nog onduidelijk of CGT-interventies bij patiënten met spanningshoofdpijn of migraine ook
effectief zijn indien ze worden aangeboden met minimale contacttijd/begeleidingstijd of via
internet.
Ook effecten van ontspanningstraining al dan niet in combinatie met CGT, zijn nog onduidelijk.
Het is wel aannemelijk dat EMG-feedback als onderdeel van ontspanningstraining effectief is bij
patiënten met spanningshoofdpijn of migraine
Het is aannemelijk dat een multidisciplinaire meervoudige behandeling een gunstig effect heeft bij
patiënten met migraine.
Angst – en Paniekstoornissen, inclusief hyperventilatie
Van Cognitieve Gedragstherapie (CGT) is aangetoond dat CGT-interventies in verschillende
vormen, zoals individueel of in groepsverband of in verkorte vorm gegeven, inclusief (waar
relevant: COPD) educatie, motiverende gespreksvoering vooraf, algemene oefentherapie of
ontspanningstraining (algemeen of via MBSR-training), effectief zijn bij patiënten met een angstof
paniekstoornis. CGT-interventies zijn ook effectief wanneer zij via het internet of in de vorm
van zelfhulphandleidingen worden gegeven.
Het is aannemelijk dat ontspanningstherapie effectief is bij patiënten met angst- en paniekstoornissen,
ook in combinatie met CGT. Toegepaste relaxatietraining is ook een vorm van
relaxatietraining.
Er zijn aanwijzingen dat ademtraining al dan niet als aanvullende behandeling bij CGT effectief is
bij patiënten met een angst- of paniekstoornis, ook ter vermindering van hyperventileren.
Overspanning/surmenage en burn-out
Wat betreft secundair preventieve inzet van interventies voor personen met stress-/
overspanningklachten is het aannemelijk dat Cognitieve Gedragstherapie (CGT), training in
algemene ontspanningstechnieken of interventies met combinaties van deze technieken, de
stressklachten verminderen in vergelijking met het geven van geen interventie. In mindere mate is
dat ook aangetoond voor Mindfulness Based Stress Reductie-interventies (MBSR).
Herhalingssessies CGT helpen om ook op de langere termijn burn-out te voorkomen. De
effectiviteit is met name aangetoond bij mensen in een verantwoordelijke werksituatie, zoals
artsen en verpleegkundigen. Bij (medische) studenten is het effect van cognitief gedragsmatige
interventies en een zelfzorgprogramma niet aangetoond.
Wat betreft behandeling van patiënten met overspanning is het aannemelijk dat CGT of
ontspanningstechnieken als Qigong de klachten/symptomen verminderen in vergelijking met het
geven van geen interventie.
CGT bleek niet effectiever dan gebruikelijke preventieve zorg die kan bestaan uit bezoeken aan
bedrijfsarts, huisarts en maximaal vijf sessies bij een psycholoog of maatschappelijk werk, plus
medicatie. Daarbij zij opgemerkt, dat het niet valt uit te sluiten en zelfs waarschijnlijk is, dat deze
professies ook gebruikmaken van CGT-technieken in hun interventies.
Effecten PSOT. Systematisch literatuuronderzoek, © NPi, mei 2010
4 Conclusie
Voor verschillende voor de psychosomatische oefentherapie belangrijke interventies is evidentie
op het hoogste niveau beschikbaar. Voor meerdere SOLK- en SRK-diagnosen moet nog verder
literatuuronderzoek worden uitgevoerd naar de effectiviteit van psychosomatische oefentherapeutische
interventies om het inzicht in de effecten van PSOT-interventies te completeren.
PROJECTLEIDER
Dr. C.D. (Dorine) van Ravensberg, programmaleider ‘Kwaliteit en Doelmatigheid Paramedisch
Zorg’ bij het NPi te Amersfoort.
Nadere informatie kan verkregen worden via: [email protected].
REFERENTIE
Heuvel S.P. van den, Buining E.M., Berkel D.M. van, Wams H.W.A., Ravensberg C.D. van. De
effecten van Psychosomatische Oefentherapie (PSOT). Systematisch literatuuronderzoek en best
evidence synthese. Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) – Amersfoort / Vereniging van
Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM) – Utrecht, mei 2010.
Amersfoort, maart 2011
Nederlands Paramedisch Instituut
Postbus 1161
3800 BD Amersfoort
tel.: 033 4216100
e-mail: [email protected]