Effecten PSOT, Systematisch literatuuronderzoek

Effecten PSOT. Systematisch literatuuronderzoek, © NPi, mei 2010

Samenvatting van een literatuuronderzoek en best evidence synthese naar de effecten van psychosomatische oefentherapie

voor vijf verschillende aandoeningen

1 Doel

Het doel van het literatuuronderzoek is het vaststellen van de mate van evidentie van de

psychosomatische oefentherapie bij patiënten met stressgerelateerde en somatisch onverklaarde

(lichamelijke) klachten. Van de stressgerelateerde klachten is ‘spanningshoofdpijn/migraine’

onderzocht. Daarnaast zijn de SOLK-syndromen ‘fibromyalgie’ en ‘chronische vermoeidheid’

geïncludeerd, alsmede ‘overspanning/surmenage en burn-out’ en ‘angst- en paniekstoornissen

incl. hyperventilatie’ op basis daarvan.

2 Methoden

Het onderzoek is uitgevoerd in de periode november 2009 – mei 2010 volgens de evidence based

medicine-methode. Een systematisch (literatuur)onderzoek is uitgevoerd naar richtlijnen,

systematische reviews en klinische trials in binnen- en buitenlandse richtlijndatabanken en

literatuurdatabanken. De zoekstrategieën zijn opgebouwd volgens de PICO-methode. De

methodologische kwaliteit van de gevonden informatie is beoordeeld; de data-extractie is aan de

hand van een vast format gedaan. Vervolgens zijn niveaus van bewijskracht toegekend en is een

best evidence synthese geformuleerd.

3 Resultaten

Fibromyalgiesyndroom

Het is aangetoond dat cognitieve gedragstherapie als onderdeel van een meervoudige

behandeling effectief is bij patiënten met het fibromyalgiesyndroom.

Het is aangetoond dat gesuperviseerde aërobe training positieve effecten heeft op de lichamelijke

conditie en fibromyalgiesymptomen.

Het is aannemelijk dat spierversterkende oefeningen/krachttraining positieve effecten hebben/

heeft op fibromyalgiesymptomen.

Het is aangetoond dat een meervoudige behandeling, dat wil zeggen een op elkaar afgestemde

vorm van oefentherapie/fysieke training in combinatie met een vorm van psychologische

behandeling (educatie of cognitieve gedragstherapie), effectief is bij patiënten met fibromyalgie of

met chronische gegeneraliseerde pijn.

Het is aannemelijk dat Mindfulness Based Stress Reducatie depressieve symptomen kan

verlichten bij patiënten met fibromyalgie.

Effecten PSOT. Systematisch literatuuronderzoek, © NPi, mei 2010

Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS)

Het is aangetoond dat cognitief gedragsmatige behandeling bij volwassenen en kinderen/

adolescenten met het chronisch vermoeidheidssyndroom na de behandeling effectief is wat

betreft slaapproblemen, vermoeidheid, lichamelijk functioneren en kwaliteit van leven. Bij

kinderen/adolescenten is het aannemelijk dat de effecten ook op lange termijn behouden blijven.

Het is aangetoond dat oefentherapie met graded exercise en aërobe training effectief is bij

volwassenen met niet-ernstige klachten van het chronisch vermoeidheidssyndroom.

Er zijn aanwijzingen dat een meervoudige behandeling effectief is bij volwassenen met het

chronisch vermoeidheidssyndroom.

Stressgerelateerde spanningshoofdpijn en migraine

Het is aangetoond dat Cognitieve Gedragstherapie (CGT) als enige vorm van interventie of in

combinatie met antidepressiva, vermindering geeft van hoofdpijn en migraine en daarmee

samenhangend gedrag, en dat effecten langere tijd aanhouden.

Het is nog onduidelijk of CGT-interventies bij patiënten met spanningshoofdpijn of migraine ook

effectief zijn indien ze worden aangeboden met minimale contacttijd/begeleidingstijd of via

internet.

Ook effecten van ontspanningstraining al dan niet in combinatie met CGT, zijn nog onduidelijk.

Het is wel aannemelijk dat EMG-feedback als onderdeel van ontspanningstraining effectief is bij

patiënten met spanningshoofdpijn of migraine

Het is aannemelijk dat een multidisciplinaire meervoudige behandeling een gunstig effect heeft bij

patiënten met migraine.

Angst – en Paniekstoornissen, inclusief hyperventilatie

Van Cognitieve Gedragstherapie (CGT) is aangetoond dat CGT-interventies in verschillende

vormen, zoals individueel of in groepsverband of in verkorte vorm gegeven, inclusief (waar

relevant: COPD) educatie, motiverende gespreksvoering vooraf, algemene oefentherapie of

ontspanningstraining (algemeen of via MBSR-training), effectief zijn bij patiënten met een angstof

paniekstoornis. CGT-interventies zijn ook effectief wanneer zij via het internet of in de vorm

van zelfhulphandleidingen worden gegeven.

Het is aannemelijk dat ontspanningstherapie effectief is bij patiënten met angst- en paniekstoornissen,

ook in combinatie met CGT. Toegepaste relaxatietraining is ook een vorm van

relaxatietraining.

Er zijn aanwijzingen dat ademtraining al dan niet als aanvullende behandeling bij CGT effectief is

bij patiënten met een angst- of paniekstoornis, ook ter vermindering van hyperventileren.

Overspanning/surmenage en burn-out

Wat betreft secundair preventieve inzet van interventies voor personen met stress-/

overspanningklachten is het aannemelijk dat Cognitieve Gedragstherapie (CGT), training in

algemene ontspanningstechnieken of interventies met combinaties van deze technieken, de

stressklachten verminderen in vergelijking met het geven van geen interventie. In mindere mate is

dat ook aangetoond voor Mindfulness Based Stress Reductie-interventies (MBSR).

Herhalingssessies CGT helpen om ook op de langere termijn burn-out te voorkomen. De

effectiviteit is met name aangetoond bij mensen in een verantwoordelijke werksituatie, zoals

artsen en verpleegkundigen. Bij (medische) studenten is het effect van cognitief gedragsmatige

interventies en een zelfzorgprogramma niet aangetoond.

Wat betreft behandeling van patiënten met overspanning is het aannemelijk dat CGT of

ontspanningstechnieken als Qigong de klachten/symptomen verminderen in vergelijking met het

geven van geen interventie.

CGT bleek niet effectiever dan gebruikelijke preventieve zorg die kan bestaan uit bezoeken aan

bedrijfsarts, huisarts en maximaal vijf sessies bij een psycholoog of maatschappelijk werk, plus

medicatie. Daarbij zij opgemerkt, dat het niet valt uit te sluiten en zelfs waarschijnlijk is, dat deze

professies ook gebruikmaken van CGT-technieken in hun interventies.

Effecten PSOT. Systematisch literatuuronderzoek, © NPi, mei 2010

4 Conclusie

Voor verschillende voor de psychosomatische oefentherapie belangrijke interventies is evidentie

op het hoogste niveau beschikbaar. Voor meerdere SOLK- en SRK-diagnosen moet nog verder

literatuuronderzoek worden uitgevoerd naar de effectiviteit van psychosomatische oefentherapeutische

interventies om het inzicht in de effecten van PSOT-interventies te completeren.

PROJECTLEIDER

Dr. C.D. (Dorine) van Ravensberg, programmaleider ‘Kwaliteit en Doelmatigheid Paramedisch

Zorg’ bij het NPi te Amersfoort.

Nadere informatie kan verkregen worden via: [email protected].

REFERENTIE

Heuvel S.P. van den, Buining E.M., Berkel D.M. van, Wams H.W.A., Ravensberg C.D. van. De

effecten van Psychosomatische Oefentherapie (PSOT). Systematisch literatuuronderzoek en best

evidence synthese. Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) – Amersfoort / Vereniging van

Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM) – Utrecht, mei 2010.

Amersfoort, maart 2011

Nederlands Paramedisch Instituut

Postbus 1161

3800 BD Amersfoort

tel.: 033 4216100

e-mail: [email protected]