Familiaire houdingen
- 6 juli 2017
Typisch familiaire lichaamshoudingen en lichamelijke klachten
Papa, ik heb dezelfde handen
En krijg jouw rimpels in mijn huid.
Papa, ik lijk steeds meer op jou!!
Dit zijn een paar regels uit de bekende tekstsong van Stef Bos.
We lijken op onze ouders. We herkennen elkaars uiterlijke en/of innerlijke kenmerken: dezelfde blonde krullen, het identieke kuiltje in de wangen, de uitgesproken voorliefde voor muziek. Kinderen worden ook regelmatig door volwassenen aangesproken op typisch familiaire kenmerken. Soms tot vervelens toe. “Van wie heb jij toch die mooie krullen?! In de puberteit is het zelfs allerminst een compliment als je ook maar op enigerlei wijze op je vader of moeder lijkt!! Jaren geleden had ik mij daarom voorgenomen dat ik dit soort opmerkingen nóóit tegen kinderen zou plaatsen! Zeg nooit nooit, want blijkbaar is het toch erg moeilijk om niets te zeggen over typisch familiaire kenmerken. Zeker in ons vak als oefentherapeut wordt er regelmatig gesproken over typisch familiaire gelijkenissen.
Typisch familiaire lichaamshoudingen.
In de praktijk van een Cesar therapeut worden veel kinderen gezien en behandeld in verband met een “verkeerde houding”. Soms hebben deze kinderen reeds klachten, maar ook kan het zijn dat kinderen doorverwezen worden om te voorkómen dat zij in de toekomst klachten gaan krijgen. Bij het onderzoek en de behandeling van kinderen zien wij over het algemeen ook de ouders meekomen naar de praktijk. Voor de kinderen is het prettig dat de ouders meekomen en de oefentherapeut krijgt hierdoor ook direct aanvullende informatie. Tijdens het intakegesprek en zeker tijdens het houdings- en bewegingsonderzoek herkent een ouder bepaalde typische lichaamskenmerken of lichamelijke klachten van zijn/haar kind. “ Mijn man heeft ook van die platvoeten!” “Mijn enkel- en kniebanden zijn ook erg soepel”.
Verkeerde houding?!
“Verkeerde houding” staat er vaak op de verwijzing van de artsen. Wat is er nu “verkeerd” aan mijn houding zie je een kind vaak denken. Een holle rug, overstrekte knieën, werden jaren geleden nog gezien als een afwijkende, verkeerde stand van de rug, cq. knieën . De laatste jaren wordt niet alles getypeerd als een afwijking of als verkeerd. Nu wordt er vaker gesproken over een functioneel of een structureel verkeerde houding. Functioneel geeft aan dat “verkeerde”stand zelf gecorrigeerd kan worden. Structureel geeft aan dat de “verkeerde”stand te maken heeft met de bouw ( structuur) van bijvoorbeeld de rug. Tegen de kinderen en hun ouders zeggen we dan vaak: dit is een bouwfoutje, hier kunnen wij niets aan veranderen, zo hebben je ouders je afgeleverd!! Structurele “bouwfoutjes” zijn vaak de familiaire kenmerken: doorgezakte voetje, naar binnen gedraaide knieën, een te gebogen bovenrug. Deze bouwfoutjes hoeven helemaal niet alarmerend te zijn, maar deze typische houdingen zijn vaak wel belangrijke aandachtspunten tijdens de behandeling.
Familiair lichamelijke klachten.
De “bouwfoutjes” zijn vaak niet te corrigeren, maar het is wel belangrijk dat hier aandacht besteed gaat worden. Typisch familiare houdingen veroorzaken vaak ook typisch lichamelijke klachten. Mensen met een holle onderrug hebben vaker lage rugklachten bij veel bukkend werk. Bij mensen met een vlakke onderrug wordt vaker een Hernia geconstateerd. Kinderen met te soepele enkel- en kniegewrichten vallen vaak uit tijdens de gymlessen met enkel- en knie blessures. “Hè , verzuchtte laatst een moeder in de praktijk, ik zat vroeger ook vaak op de bank tijdens de gymlessen met een ijszak op mijn enkels.” Ze had zichtbaar te doen met haar tienerdochter.
Herkenning leidt vaak tot een beter begrip.
De herkenning van een “verkeerde” houding en/of lichamelijke klachten bij ouders , leidt vaak ook tot een beter begrip. De moeder met haar tienerdochter kon zich erg goed voorstellen dat haar dochter het heel erg vond dat ze niet deel kon nemen aan alle gymlessen en zorgde er daardoor voor dat haar dochter goed begeleid werd door de gymleerkracht. Het recht gaan zitten voor een kind met een “structureel” gebogen bovenrug kan ook erg moeilijk zijn, maar extra hulp en aanmoedigingen van een begripvolle ouder is erg stimulerend voor dit kind.