Kinderoefentherapie en ADHD

  • 6 juli 2017
Bij veel kinderen met ADHD zijn ook motorische problemenaanwezig. De kinderoefentherapeut behandelt kinderen met motorische problemen of een achterstand in de motorische ontwikkeling. Daarom zien we in de praktijk vrij veel kinderen met ADHD. Een belangrijk uitgangspunt van de oefentherapie Cesar is de totaliteit: de mens is één geheel, lichaam en geest zijn één. Men kan het één niet los zien van het ander. Dit betekent voor de therapie dat we de motorische problemen behandelen en daarbij rekening houden met de specifieke gedragskenmerken van een kind.

De drie hoofdkenmerken van ADHD zijn

  1. Concentratie-/aandachtsproblemen. Het kind kan zijn aandacht niet lang genoeg op een prikkel richten en het kan moeilijk onbelangrijke prikkels van buitenaf negeren. Er is een korte spanningsboog.
  2. Impulsiviteit in denken en doen. Het kind doet eerst voordat het denkt, heeft geen rem, is snel opgewonden, gefrustreerd en chaotisch.
  3. Hyperactiviteit. Deze hyperactiviteit heeft het kind nodig om alert te blijven. Er is veel onrust.

Hierdoor ontstaan vaak:

  • Leerproblemen doordat zij informatie missen.
  • Sociale problemen, zowel met de omgeving als voor zichzelf.
  • Emotionele problemen doordat er veel negatieve ervaringen op worden gedaan waardoor een negatief zelfbeeld, frustratie en ook depressie kunnen ontstaan.
  • Motorische problemen zoals motorische onrust, sensorische integratieproblemen, onhandigheid en coördinatieproblemen, schrijfproblemen en een verminderde, ruimtelijke oriëntatie.

Voor de motorische problemen wordt vaak een kinderoefentherapeut ingeschakeld. De behandeling bestaat dan bij aanvang uit een intake en een motorisch onderzoek. Hierbij wordt gekeken waar het kind een achterstand heeft ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten en wat voor invloed dat heeft op het dagelijks leven: tegen welke problemen loopt het kind en/of ouders en leerkrachten aan?
Naast de motorische problemen kijkt de kinderoefentherapeut ook naar de andere factoren. Bij ADHD kijken we wat voor invloed de aandachts- en concentratieproblemen of de impulsiviteit hebben op het motorisch functioneren.

Wanneer een kind gevraagd wordt een tennisbal tegen een muur te stuiten en te vangen, zie je soms dat een kind de bal zo hard gooit, dat het de bal niet kan vangen. De meeste kinderen gooien de bal de tweede keer uit zichzelf al zachter en sturen zichzelf bij. Maar er zijn ook kinderen, zoals veel kinderen met ADHD, die zichzelf niet bijsturen en de bal hard blijven gooien. Dit gedrag zal moeten veranderen om de bal te leren vangen. De kinderoefentherapeut zal de kinderen leren hiervoor een strategie te ontwikkelen. Zeker bij kinderen met ADHD is hiervoor veel herhaling nodig. Nadat het onderzoek is afgenomen wordt er een behandelplan opgesteld gericht op de hulpvraag van het kind, de ouders en/of de leerkracht. Ook de niet-motorische problemen staan in het behandelplan. Alleen dan is de behandeling totaal en kan de motorische ontwikkeling verbeteren.
Wanneer u uw kind hierin herkent en ook uw kind problemen heeft met de motoriek, kunt u contact opnemen met de kinderoefentherapeut. Dit kan mét of zonder verwijzing van de huisarts, schoolarts of specialist.

Door Jenny van de Wiel
Oefentherapie Cesar ‘De Cirkel’ lichaamstaal
Reusel 38-2013:Layout 4 19-9-2013  Pagina 13