
SLAAPPROBLEMEN BIJ KINDEREN MET AUTISME
- 5 december 2021
Slaap.
Een periode van inactiviteit waarbij lichaam en geest tot rust komen. Wanneer je goed slaapt tenminste. Bij kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) komen vaak slaapproblemen voor. Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 40-80 procent van de kinderen met ASS slaapproblemen hebben. Slaapproblemen hebben vaak vervelende gevolgen. Gevolgen voor overdag (bijvoorbeeld vermoeidheid en snel geïrriteerd), de gezondheid en een verergering van de algemene symptomen van autisme.
Bijzondere prikkelverwerking
Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) hebben een bijzondere prikkelverwerking en dat heeft direct invloed op de slaap. Over- of onderprikkeling overdag kunnen zorgen voor problemen bij zowel het in- als doorslapen net zoals de prikkels wanneer het kind in bed ligt. Bijvoorbeeld wanneer een kind gevoelig is voor geluidsprikkels. Een kleine geluidsprikkel zoals het tikken van een klok kan de alertheid doen stijgen waardoor het moeilijk wordt om in slaap te vallen. Of een nieuw wasmiddel bij een kind dat gevoelig is voor geuren.
Angst
Kinderen met ASS zijn vaker angstig dan kinderen zonder ASS. Denk hierbij aan sociale angst, angst omdat zij het moeilijker vinden om de wereld om
hen heen te begrijpen, angst omdat zij geen controle hebben over de situatie of omdat zij zich niet veilig voelen. Deze angsten hebben vaak ook invloed
op de slaap.
Dé oplossing
Vaak is er niet één oplossing. Het is een combinatie van factoren die ervoor zorgt dat slapen moeilijker gaat. Soms lukt het om het slaappatroon zelf te
verbeteren maar soms is hierbij hulp nodig. Bijvoorbeeld van een slaapoefentherapeut. Een slaapoefentherapeut brengt het slaap-waakritme in kaart en kijkt over de gehele 24 uur naar de oorzaak en oplossing voor de slaapproblemen. Nadat het slaap-waakritme in kaart is gebracht wordt passende begeleiding met praktische tips en adviezen gegeven om het slaappatroon te verbeteren.
Tips
- Zorg voor voldoende rustmomenten overdag maar ook voor voldoende lichaamsbeweging.
- Wissel in- en ontspanning af.
- Bouw samen de dag af en houd een vast ritueel aan. Bijvoorbeeld na het eten nog even spelen, bad/douche,
- samen kletsen over de dag of een verhaaltje lezen en dan naar bed.
- Dim de lichten aan het einde van de dag op tijd en het liefst minimaal een uur voor het naar bed gaan geen
schermtijd meer (dat geeft licht). Wanneer het donker is wordt door het lichaam melatonine aangemaakt.
Dit zorgt ervoor dat je goed in slaap valt. - Zorg voor een rustgevende slaapkamer waar je kind zich prettig voelt. Denk hierbij aan de hoeveelheid speelgoed/
knuffels op de kamer, verduisterende gordijnen en een prettige temperatuur (het liefst tussen 16 en 18 graden). - Zoek op tijd hulp als slapen niet goed gaat.